Death Valley en Lee vinning (12 & 13 Juli)

12 Juli Death Valley
Op deze dag waren we weer redelijk vroeg uit bed zodat we voor de drukte aan Las Vegas konden verlaten voor onze reis naar Death Valley. Voor het uitgaan van de stad zijn we natuurlijk nog even met het bekende ‘’Fabulous Las Vegas’’ bord op de foto gegaan.

Death valley is de warmste plek op het noordelijk halfrond dus we bereiden ons voor op een hete dag (al was het in Las Vegas ook goed warm). Er is 1 hoofdweg door Death Valley en er zijn een aantal zijwegen. We rijden eerst naar Dante’s view, dit is een hoog uitkijkpunt (1669 meter) met zicht op de zoutvlaktes. Daarna rijden we naar beneden, naar het laagste punt van Amerika (86 meter onder zeeniveau) waar je de zoutvlakte op kunt lopen. We lopen maar een klein stukje want inmiddels is het echt heet geworden en buiten zijn is dan niet echt fijn. We stappen dus snel de auto weer in, lang leve de airco! In de auto is het prima te doen en we rijden nog een mooi stuk tussen de gekleurde rotsen door. Daarna stoppen nog maar een paar keer kort en de laatste stop voor onze overnachting zijn de zandduinen. Dit vinden we het mooiste plekje van Death Valley, het ziet er echt woestijnachtig uit!

De overnachting is in een mooie (kleine) cabin aan het einde van het park. Hier is het gelukkig al iets minder warm. Onze kamer heeft een mooi uitzicht op de bergen dus in de avond gaan we nog even buiten zitten en de zonondergang bekijken.


13 juli – Death Valley richting Lee Vining

Vandaag is een reisdag van zo’n 270 km, Susan heeft vooraf wat plekjes uitgezocht waar we zouden kunnen stoppen, maar een echte planning hebben we vandaag niet. Eerst missen we de afslag naar de waterval (of deze er in de zomer ook is weten we eigenlijk niet). Na een paar km komen we hierachter en besluiten maar door te rijden, als het heel bijzonder was had er vast wel een bordje langs de weg gestaan vermoeden we. We komen op een uitzichtpunt nog met een Amerikaan aan de praat die een tijd in Nederland heeft gewoond, hij heeft een zender met signalen van de luchtmacht. Volgens deze man oefenen de piloten van gevechtsvliegtuigen hier vaak om laag tussen bergen door te vliegen, maar na een kwartiertje gaan wij toch maar weer verder.

We rijden nog de Alabama Hills waar meerdere filmscenes opgenomen zijn. Het zijn geen grote bergen maar vooral allemaal ronde rotsen naast elkaar. Op 1 steen in een gezicht geverfd, hier moeten we wel even mee op de foto.

In het plaatsje Bischop stoppen we bij een van oorsprong Nederlandse bakker waar ook stroopwafels en gevulde koeken te koop zijn (de Nederlandse namen staan ook op de verpakking). We kopen hier een lekkere sandwich op ‘Nederlands’ brood. Vervolgens rijden we door naar Withmore Hot Springs, waar een aantal hot springs zijn. Deze liggen aan een onverharde weg en staan niet aangegeven met bordjes dus het is even zoeken. Maar dan is het ook extra leuk als je ze wel vindt! Met een beetje hulp van een geparkeerde kamper (dit zijn ook de enige mensen die we in een uur zien), zien we de eerste hot spring, en deze is behoorlijk hot. Maurice gaat er even met zijn voeten in, dat was nog net te doen. We rijden een stukje verder en slaan een zandpadje in waar we veel autosporen zien, en aan het einde vinden we er nog 1!

Op ons lijstje van vandaag stond ook nog het spookstadje Bodie, wat een klein uurtje verder dan ons motel ligt. Maar eigenlijk hebben we hier beide niet zo zin in en als Maurice leest dat er Mammoth Lake (dit ligt langs onze route) in de winter een skigebied is, wil hij hier graag even kijken. De omgeving is hier heel groen, er zijn verschillende meren en er is een grote waterval. Het weer is hier heerlijk, ongeveer 25 graden + zon dus we gaan even picknicken aan 1 van de meren. Dit weer past toch beter bij ons dan de 48 graden van gisteren ;-). Na een tijdje te hebben rondgereden en gekeken gaan we naar ons motel in Lee Vining, een klein dorpje aan het begin van de Tioga Road die we morgen gaan rijden.